Het coronavirus, beter bekend als SARS-CoV-2, is verantwoordelijk voor de ziekte COVID-19 en kan een breed scala aan symptomen veroorzaken. Naast de klassieke ademhalingsklachten zoals hoesten en kortademigheid, ervaren sommige patiënten gastro-intestinale problemen. Deze klachten ontstaan doordat het virus niet alleen de longen aantast, maar ook andere delen van het lichaam, waaronder het maag-darmkanaal.

Het virus bindt zich aan cellen via het angiotensine-converterende enzym 2 (ACE2), dat in hoge concentraties aanwezig is in de epitheelcellen van de darmen. Dit leidt tot directe infectie van darmcellen, wat resulteert in lokale ontstekingen en verstoring van de normale darmfunctie. Een van de mechanismen is de verminderde heropname van galzuren, wat de osmotische balans in de darmen verstoort en waterige ontlasting veroorzaakt.
Daarnaast speelt de gut-lung axis een rol: immuuncellen die geactiveerd worden in de longen migreren naar de darmen, waar ze extra ontstekingen opwekken. Veranderingen in de darmmicrobiota, vaak door het virus zelf of door antibiotica en antivirale medicijnen, verergeren dit proces verder. In sommige gevallen is de diarree calcium-afhankelijk en inflammatoir van aard, wat het onderscheidt van andere vormen van darmklachten. Medicijnen zoals oseltamivir, die soms worden voorgeschreven bij ernstige infecties, kunnen bijwerkingen hebben die de klachten verergeren.
Hoewel diarree niet het meest prominente symptoom is, komt het voor bij een aanzienlijk deel van de geïnfecteerden. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) behoort het tot de mogelijke klachten, naast buikpijn, misselijkheid en braken. In een retrospectieve studie onder 952 gehospitaliseerde patiënten in meerdere Nederlandse ziekenhuizen rapporteerde 33% diarree als symptoom, terwijl 25,3% last had van misselijkheid of braken. Dit percentage is hoger dan in algemene meta-analyses, waar de prevalentie rond de 7,7% tot 16,6% ligt, wat suggereert dat het bij ernstigere gevallen vaker optreedt. In Nederland, waar de zorgsystemen goed gedocumenteerd zijn, lijkt dit symptoom dus redelijk vaak voor te komen, vooral bij opgenomen patiënten, maar minder dominant dan ademhalingsklachten.
Patiënten die last hebben van deze klachten dienen prioriteit te geven aan het voorkomen van uitdroging, wat een ernstig risico vormt bij aanhoudende ontlasting. Drink regelmatig kleine hoeveelheden vocht, zoals water, orale rehydratieoplossingen (ORS) of heldere bouillons, om elektrolyten aan te vullen. Vermijd cafeïne, alcohol en suikerrijke dranken, die de klachten kunnen verergeren. Eet licht verteerbaar voedsel, zoals bananen, rijst, appelmoes en toast (het BRAT-dieet), om de darmen tot rust te brengen. Rust voldoende en vermijd inspannende activiteiten.
Als de diarree langer dan twee dagen aanhoudt, gepaard gaat met hoge koorts, bloed in de ontlasting, ernstige buikpijn of tekenen van dehydratie zoals duizeligheid en droge mond, neem dan contact op met een huisarts.
In Nederland geldt het algemene advies van het RIVM voor respiratoire infecties: blijf thuis als je ziek bent, werk indien mogelijk vanuit huis, hoest in je elleboog, houd afstand en draag een mondmasker bij onvermijdelijk contact met kwetsbare personen. Test jezelf op COVID-19 met een zelftest of via de GGD, en isoleer jezelf om verspreiding te voorkomen. Bij ernstige gevallen kan ziekenhuisopname nodig zijn voor medicatie tegen het virus of ondersteunende zorg.













Discussion about this post