Een identiteitsmoratorium is een stap in het proces van het vinden van een zelfgevoel. Het is een periode van actief zoeken naar iemands beroepsmatige, religieuze, etnische of een andere vorm van identiteit om te bepalen wie ze werkelijk zijn. Het is een identiteitscrisis als onderdeel van de zoektocht van tieners en tweens om zichzelf te vinden.
Hoe een identiteitscrisis eruit ziet
Tijdens een identiteitsmoratorium verkennen individuen doorgaans veel verschillende opties. Dit omvat voorbeelden zoals het bezoeken van verschillende soorten kerken. Misschien zijn ze katholiek opgevoed, maar besluiten ze een protestantse kerk te bezoeken. Ze kunnen dit doen zonder zich bijzonder toegewijd te voelen aan een bepaalde benadering. Met andere woorden, een persoon in een moratorium ondergaat een actieve ‘identiteitscrisis’.
Hoewel deze periode verwarrend en moeilijk te verdragen kan zijn, zijn veel psychologen van mening dat een persoon een moratorium moet ondergaan voordat hij of zij een echt identiteitsgevoel kan vormen (een toestand die identiteitsverwerving wordt genoemd).
Wanneer identiteitsmoratoria typisch gebeuren
Identiteitsmoratoria komen vaak voor tijdens de late tussen- en tienerjaren, omdat individuen moeite hebben om erachter te komen ‘wie ze zijn’. Dit is een normaal onderdeel van de persoonlijkheidsontwikkeling.
Iemand die is opgegroeid in een biraciaal, atheïstisch en apolitiek gezin, zou eerst op zoek kunnen gaan naar haar raciale identiteit. Stel dat ze zowel Japanse als Engelse afkomst heeft, maar opgroeide in een grotendeels blanke gemeenschap en niet veel nadacht over haar raciale achtergrond. In de adolescentie kan deze persoon zich gaan interesseren voor haar Japanse afkomst, boeken lezen over haar afkomst, de behandeling van Japanse Amerikanen en de Japanse taal bestuderen.
Een identiteitsmoratorium kan op elk moment in iemands leven plaatsvinden. Moratoria vinden meestal plaats voor verschillende soorten identiteit (bijvoorbeeld politieke, raciale of culturele identiteit) op verschillende tijdstippen. We ondergaan zelden gelijktijdige crises over meerdere delen van onze identiteit.
Tegen de late tienerjaren kan deze persoon ook belangstelling voor religie beginnen te tonen, misschien aangewakkerd door op te groeien in een huis waar geen religie werd beoefend. Ze kan besluiten om het boeddhisme, het jodendom, het christendom of verschillende new age-religies te verkennen. Ze kan besluiten zich bij een bepaalde religie aan te sluiten of als atheïst te leven, zoals haar ouders hadden gedaan.
Op de universiteit kan ze betrokken raken bij politiek activisme. Misschien verlaat ze de universiteit als een fervent linkse die het vervelend vindt dat haar ouders geen bijzondere interesse hebben in sociaal-politieke kwesties.
Terwijl deze persoon verschillende aspecten van haar identiteit op verschillende tijdstippen onderzocht, strekte haar identiteitsmoratorium de puberteit tot jongvolwassenheid uit. Op dat moment bereikte ze identiteitsverwezenlijking.
De oorsprong van de term identiteitsmoratorium
De Canadese ontwikkelingspsycholoog James Marcia bedacht de uitdrukking ‘identiteitsmoratorium’. Hij maakte duidelijk dat identiteitsmoratoria in de eerste plaats een tijd van verkenning voor jonge mensen waren, in plaats van een tijd voor hen om zich te committeren aan een enkele zaak of identiteit.
Hij publiceerde voor het eerst werk over identiteitsstatussen in de jaren zestig, maar psychologen bouwen vandaag voort op zijn onderzoek. Ook theoreticus Erik Erikson schreef uitgebreid over identiteitscrises.
Discussion about this post