Cardiale apparaten voor patiënten met hartfalen

Wat is een hartapparaat?

Een hartapparaat wordt gebruikt om uw hart met een normaal ritme te laten kloppen. Er zijn verschillende soorten apparaten beschikbaar. Als u hartfalen heeft met verminderde ejectiefractie (HF-rEF) en een apparaat nodig heeft, zal uw arts u dit laten weten en met u bespreken welk type het beste aan uw behoeften voldoet. Stel uw arts of verpleegkundige op de hoogte als u vragen of opmerkingen heeft over dit type behandeling.

Implanteerbare hartdefibrillator (ICD)

Een implanteerbare hartdefibrillator (ICD) is een elektronisch apparaat dat in het lichaam wordt geplaatst. Een ICD houdt constant uw hartritme bij en stuurt een kleine schok naar de hartspier als het ritme abnormaal wordt (aritmie). Als er een schok nodig is, kan dat erg oncomfortabel zijn, maar het is heel snel voorbij. Sommige ICD’s gebruiken een stimulatiesysteem in plaats van een schok. Dit type ICD stuurt een snelle impuls naar de hartspier om deze weer in een normaal ritme te krijgen. Een ICD kan het risico op plotselinge hartstilstand (SCA) helpen verminderen.

Wat is plotselinge hartstilstand (SCA)?

Plotselinge hartstilstand (SCA) is een plotselinge dood die optreedt wanneer het hart stopt met werken vanwege een abnormaal hartritme. De onderste kamers van het hart (ventrikels) kunnen fladderen of trillen (ventriculaire fibrillatie) of het hart kan zeer snel kloppen (ventriculaire tachycardie). Veranderingen in het hartritme zorgen ervoor dat het hart geen bloed naar de rest van het lichaam stuurt. De aandoening zorgt ervoor dat de persoon flauwvalt en vervolgens sterft.

Sommige mensen met plotselinge hartstilstand kunnen hun hart voelen ‘bonken’ of ze kunnen duizelig worden omdat hun hart niet normaal klopt. Meer dan de helft van alle mensen met plotselinge hartstilstand heeft echter geen waarschuwingssymptomen.

Patiënten met hartfalen hebben ongeveer 6 tot 9 keer meer kans dan de algemene bevolking om ventriculaire aritmieën te krijgen die tot plotselinge hartstilstand kunnen leiden. Ongeveer 30% van de patiënten met licht tot matig hartfalen sterft aan plotselinge hartstilstand. Uw familie zou uw toestand en dit verhoogde risico op plotselinge hartstilstand moeten begrijpen. Degenen die dicht bij u staan, moeten leren hoe u cardiopulmonale reanimatie (CPR) kunt uitvoeren. Als u symptomen van plotselinge hartstilstand heeft, is het belangrijk dat u meteen spoedeisende hulp krijgt (start reanimatie en bel 911). Hoewel meer dan 90% van de mensen met plotselinge hartstilstand sterft, is overleven mogelijk met onmiddellijke spoedeisende hulp. Het risico om te overlijden neemt elke minuut die voorbijgaat zonder behandeling met ongeveer 10% toe (reanimatie en defibrillatie, wat in wezen een noodschok is om uw hart weer in het ritme te krijgen).

Cardiale resynchronisatietherapie (biventriculaire stimulatie)

Cardiale resynchronisatietherapie (CRT) helpt de ventrikels normaal samen te trekken. Deze behandeling, ook bekend als biventriculaire stimulatie, kan nuttig zijn voor sommige patiënten met HF-rEF.

Ongeveer 30% van de patiënten met hartfalen heeft elektrische problemen in de ventrikels die vertragingen veroorzaken wanneer ze samentrekken/pompen. Wanneer de kamers niet samen pompen, wordt er minder zuurstofrijk bloed naar uw organen en spieren gestuurd. Vertragingen bij het pompen veroorzaken dat hartfalen erger wordt en kan het risico op overlijden door hartfalen vergroten.

Behandeling met CRT omvat het implanteren van een pacemaker in uw lichaam. Drie draden (leads) zijn bevestigd aan de pacemaker en houden de ventrikels samen pompen door kleine elektrische impulsen naar de hartspier te sturen. Deze impulsen zijn niet pijnlijk.

Een CRT-D is een apparaat dat CRT en een ICD combineert. Het zorgt ervoor dat de ventrikels samen blijven kloppen. Als ze niet synchroon lopen vanwege ventriculaire tachycardie of fibrillatie, stuurt de CRT-D een schok om een ​​normaal ritme te herstellen. Ongeveer 75% van de patiënten die geen verlichting van symptomen krijgen met medicatie en CRT hebben, met of zonder een ICD, hebben verbetering van hun symptomen.

Cardiale resynchronisatietherapie helpt de overleving, kwaliteit van leven, hartfunctie en uw vermogen om te oefenen te verbeteren, en kan uw risico op ziekenhuisopname verlagen.

Uw gegevens bijhouden

Veel ICD- en CRT-apparaten hebben ingebouwde functies waarmee uw arts of verpleegkundige uw hartritme, hartfunctie en uw activiteitenniveau kan bijhouden. Mogelijk moet u informatie naar uw zorgverlener sturen met een telefoon of apparaat dat een persoonlijke digitale assistent (PDA) wordt genoemd. Als u informatie moet sturen, zal uw arts of verpleegkundige u leren hoe.

Een nieuwer intern bewakingsapparaat (CardioMEMS) is zo groot als een kleine paperclip. Het wordt in een bloedvat in de buurt van uw hart geplaatst om de druk in het bloedvat en de linker hartkamer bij te houden. De informatie wordt naar een computerserver gestuurd.

Uw zorgverlener gebruikt de informatie die door het apparaat wordt verzonden om ervoor te zorgen dat u de best mogelijke behandeling krijgt voor uw aandoening en om te zien of u wijzigingen in uw medicatie, dieet of activiteitenniveau nodig heeft.

Ventriculaire Assist Devices (VAD’s)

Een ventriculair assist-apparaat (VAD) is een pomp die aan uw hart is bevestigd om het verzwakte ventrikel te helpen bloed door het lichaam te pompen. Een VAD kan worden gebruikt bij patiënten met gevorderde HF-rEF als laatste behandelingsoptie of als een “brug naar harttransplantatie”, wat betekent dat het apparaat op zijn plaats zit totdat u een harttransplantatie kunt ondergaan. Er zijn verschillende soorten VAD’s. Hier wordt slechts één type geïllustreerd.

Deze informatie is niet bedoeld ter vervanging van het medisch advies van uw arts of zorgverlener. Raadpleeg uw zorgverlener voor advies over een specifieke medische aandoening.