Vloeiend lezen verwijst naar het vermogen om snel, soepel, gemakkelijk en met expressie te lezen. Om vloeiend te kunnen lezen, moet een lezer begrijpen hoe de symbolen op de pagina (de letters) verband houden met de klanken van de taal, hoe die klanken met elkaar vermengd worden om woorden te vormen, wat de woorden betekenen en wat de woorden samen in een zin zijn. gemeen.
Stadia van vloeiend lezen
In de beginfase van het leren lezen is een lezer zo gefocust op het decoderen van de woorden op de pagina dat hij niet veel mentale energie meer over heeft om aan betekenis te besteden. Om de woorden te decoderen, klinkt een beginnende lezer de woorden uit – ze verbinden geluiden met de letters die ze zien en proberen die geluiden samen te voegen om woorden te vormen. Dan moeten ze weten wat het woord betekent.
Als een lezer een onbekend woord tegenkomt, is het decoderen veel moeilijker omdat ze dan moeten proberen de betekenis van het woord uit de context, uit de omringende woorden, te halen. Dat betekent echter dat de lezer in staat moet zijn om de omringende woorden te ontcijferen en te onthouden, en vervolgens de betekenis van het onbekende woord te achterhalen. Je ziet dat er nogal wat bij komt kijken bij het lezen.
Decoderen versus lezen met expressie
Naarmate een lezer beter wordt in het decoderen van de woorden, zullen ze woorden sneller kunnen lezen. Maar dat betekent niet dat ze met expressie kunnen lezen. Lezen met expressie betekent dat een kind niet monotoon leest, waarbij alle woorden evenveel nadruk krijgen.
Om te weten welke woorden moeten worden benadrukt, moet een lezer de betekenis begrijpen, niet alleen van de afzonderlijke woorden, maar van hele zinnen en zelfs hele passages. Ze moeten ook de betekenis van de woorden en zinnen begrijpen. Dat betekent dat als ze een verhaal lezen, ze het verhaal moeten begrijpen.
Let op het verschil tussen deze twee lezingen uit The Three Little Pigs:
- “Ik zal. Snuif. En. Ik zal. Puff. En. Ik zal. Blazen. Uw. Huis. Naar beneden.”
- “Ik zal hijgen! En ik zal puffen! En ik zal je huis naar beneden blazen!”
Bij de eerste lezing herkent het kind elk afzonderlijk woord. Dat is een van de beginfasen van lezen. Op dit punt kan het kind de afzonderlijke woorden decoderen, maar ze zijn niet in staat om de woorden samen te voegen om betekenis te genereren. Dit is geen vloeiende lezing.
In de tweede lezing kan het kind niet alleen de afzonderlijke woorden ontcijferen, maar ook begrijpen hoe de woorden samenwerken om betekenis te creƫren. Ze herkennen niet alleen woorden, maar woordgroepen. Ze weten welke woorden een zin vormen en waar de nadruk komt te liggen.
Om vloeiend te kunnen lezen, moet een kind ontwikkelingsklaar zijn. Met andere woorden, hun hersenen moeten voldoende ontwikkeld zijn. Daarom wordt vroeg lezen gezien als een teken van hoogbegaafdheid.
Discussion about this post