De wervelkolom bestaat uit 24 beweegbare botten (in totaal 33 botten), wervels genoemd. De wervelbotten zijn op elkaar gestapeld. De tussenwervelschijf is een dempende substantie, die zich tussen aangrenzende botten bevindt.
De wervelbotten en hun doelen
De wervelbotten zijn klein en rond aan de voorkant, een gebied dat het wervellichaam wordt genoemd. Aan de achterkant bevindt zich een benige ring van waaruit uitsteeksels zich uitstrekken en bogen en kanalen worden gevormd. Elk van deze structuren heeft een of meer doelen. Zij zijn:
- Om de wervelkolom als kolom te stabiliseren (facetgewricht).
- Om een plaats te bieden voor het bindweefsel en de spieren van de rug om te hechten (doornuitsteeksels en transversale processen).
- Een tunnel bieden waar het ruggenmerg doorheen kan (wervelboog, neurale boog of wervelforamen).
- Een ruimte bieden waar zenuwen het ruggenmerg verlaten en zich vertakken naar alle delen van het lichaam (foramen intervertebrale).
De structuur van de tussenwervelschijf
De tussenwervelschijf is een kussentje dat tussen de wervelparen zit. Dankzij het ontwerp van de wervelkolom kan deze in vele richtingen bewegen: flexie (buigen), extensie (welving), kantelen en roteren (draaien).
Om deze bewegingen te produceren, werken sterke krachten op de kolom en beïnvloeden deze. De tussenwervelschijf zorgt voor schokabsorptie tijdens beweging en beschermt de wervels en het ruggenmerg tegen letsel en/of trauma.
Hoe doet de schijf dit?
Aan de buitenkant zijn sterke vezels met elkaar verweven om een gebied te vormen dat de annulus fibrosis wordt genoemd. De annulus fibrosis bevat en beschermt een zachtere, meer squishy substantie in het midden, de nucleus pulposus genaamd.De nucleus pulposis is verantwoordelijk voor meegeven en geven tijdens spinale beweging. Op deze manier werkt de schijf als schokdemper.
Mechanica van de tussenwervelschijf
De nucleus pulposus kan worden gevisualiseerd als een zachte, squishy bal die zich precies in het midden van de schijf bevindt.
Deze draaiende actie verandert de kanteling en rotatie van de wervel boven en onder, wat op zijn beurt de effecten van beweging op de wervelkolom mogelijk maakt en buffert. Het draaien van schijven vindt plaats in reactie op de richting waarin de wervelkolom beweegt.
De nucleus pulposus bestaat grotendeels uit water. Water kan in en uit bewegen door middel van kleine poriën, die fungeren als zijwegen tussen het bot van de nabijgelegen wervel en de schijf. Posities die de wervelkolom belasten (met name zittend en staand) duwen water uit de schijf. Door op uw rug te gaan liggen (de rugligging genoemd) komt het water gemakkelijker terug in de schijf.
Bij veroudering hebben schijven de neiging om water te verliezen, wat kan leiden tot schijfdegeneratie. In tegenstelling tot de spieren en organen van ons lichaam, heeft de tussenwervelschijf geen bloedtoevoer. Dit betekent dat een schijf, om de nodige voeding te krijgen (en om afvalstoffen mee te voeren), afhankelijk moet zijn van de stroming van water en van andere mechanische middelen om gezond te blijven.
Verzorging en voeding van de tussenwervelschijf
Enkele tips voor het verzorgen van uw tussenwervelschijven zijn:
- Het verbeteren van uw houding, waaronder mogelijk regelmatig oefenen en wisselen van houding tijdens het werk.
- Goede lichaamsmechanica gebruiken bij het tillen van zware voorwerpen.
- Slapen op een stevige, ondersteunende matras.
- Stoppen met roken (of niet beginnen).
- Het behouden van een gezond gewicht.
- Voedzaam eten.
- Veel water drinken.
- Slechts matig alcohol drinken.
Discussion about this post