Grafische organisatoren zijn visuele en grafische displays die ideeën ordenen en relaties tussen verschillende informatie en concepten demonstreren. Ze zijn ontworpen om de leerresultaten voor studenten te verbeteren, informatie te herzien en zijn vooral nuttig voor studenten die moeite hebben met het ordenen van informatie.
Er zijn veel verschillende vormen van grafische organizers, elk met hun eigen unieke manier om specifieke stukjes informatie te organiseren en weer te geven. De volgende voorbeelden zijn een greep uit de verschillende typen die docenten gebruiken om leerlingen te helpen hun gedachten beter te ordenen, leesstrategieën te ontwikkelen en sterkere schrijvers te worden.
T-kaart
Een T-kaart helpt bij het ordenen van ideeën in twee kolommen en het onderzoeken van twee componenten van een object, concept of gebeurtenis. T-charts kunnen bijvoorbeeld in elk inhoudsgebied worden gebruikt om de voor- en nadelen van iets, voor- en nadelen, of feiten en meningen te onderzoeken.
Studenten kunnen twee dingen selecteren om te vergelijken (ideeën, karakters, gebeurtenissen, enz.) en ze als koppen voor de twee kolommen schrijven. Van daaruit kunnen vergelijkingen of contrasten worden gemaakt in beide kolommen.
Conceptkaart
Een conceptmap toont relaties tussen het hoofdidee en andere informatie. Begrippen of ideeën worden weergegeven in cirkels of hokjes en worden met pijlen aan verwante ideeën gekoppeld.
De meeste conceptmaps vertegenwoordigen een hiërarchische structuur met de meest algemene concepten of ideeën bovenaan de kaart en de meer specifieke of subideeën die hieronder worden weergegeven.
Een ander kenmerk van een conceptmap is het opnemen van crosslinks om relaties tussen subideeën in verschillende segmenten van de conceptmap aan te tonen.
Hoofdideeweb
Het hoofdideeënweb begint met een centraal idee en vertakt zich in gerelateerde ideeën en details (of subideeën). Dit type grafische organizer wordt soms ook wel spider- of semantische kaarten genoemd en wordt voornamelijk gebruikt voor brainstormen en het genereren van ideeën voor plannings- of schrijfdoeleinden.
Venn diagram
Een Venn-diagram wordt gebruikt om twee of meer groepen dingen te vergelijken en contrasteren door hun overeenkomsten en verschillen visueel weer te geven in twee of meer cirkels die elkaar overlappen. Overeenkomsten tussen onderwerpen worden gepresenteerd waar een cirkel uit de ene categorie overlapt met een cirkel uit een andere categorie.
Functies die niet in beide categorieën passen, worden daar geplaatst waar de twee cirkels elkaar niet overlappen. Venn-diagrammen kunnen dienen om het begrip van een relatie tussen twee of meer concepten te vergroten.
Volgordediagram
Een sequentiediagram (of stroomdiagram) presenteert een reeks stappen of gebeurtenissen in volgorde. Veel leerlingen hebben een visueel hulpmiddel nodig om een opeenvolging van gebeurtenissen in een verhaal te verduidelijken of om conclusies te trekken over verschillende oorzaak en gevolg (of probleem en oplossing) relaties tussen meerdere gebeurtenissen in een tekst.
Studenten kunnen dit type organisator gebruiken als een stroomdiagram om gedachten te ordenen als een voorbereidende activiteit of als onderdeel van een klasactiviteit die studenten verantwoordelijk maakt voor een deel van een klassikale opdracht (bijv. legpuzzeltechniek).
Een cyclusdiagram is een soort sequentieel diagram dat wordt gebruikt om een reeks fasen, taken of gebeurtenissen in een cirkelvormige stroom weer te geven. Dit soort diagram accentueert de stroom en onderlinge samenhang tussen dingen, in plaats van de eigenlijke stadia of stappen te benadrukken.
Discussion about this post