Oriëntatie is iets wat zorgverleners controleren bij het screenen op dementie en het evalueren van cognitieve vaardigheden. Het verwijst naar het niveau van bewustzijn van een persoon van zichzelf, plaats, tijd en situatie.
Bij het testen van iemands geaardheid stelt een arts standaardvragen die misschien op small talk lijken. Maar deze vragen zijn nuttig voor het testen van recente en langere termijn herinneringen.
Typische vragen zijn onder meer:
- Wat is jouw naam?
- Waar ben je?
- Wat is de datum?
- Hoe laat is het?
- Wat is er net met je gebeurd?
Dit artikel bevat informatie over wat verschillende niveaus van oriëntatie betekenen en hoe deze verband houden met de ziekte van Alzheimer, dementie en delirium.
Oriëntatieniveaus
In bepaalde gezondheidsbeoordelingen wordt oriëntatie soms aangeduid als “alert en gericht” (AO of A&O) of “wakker, alert en gericht” (AAO). Het wordt meestal gevolgd door het vermenigvuldigingssymbool (x) en een getal. Het kan bijvoorbeeld worden geschreven als “AOx3” of “AAOx4.”
Het niveau – x1, x2, x3 of x4 – is een manier om de mate van bewustzijn van een persoon te meten.
Dit is wat de soorten oriëntatie betekenen:
-
Persoonsgericht: de persoon kent zijn naam en kan gewoonlijk belangrijke anderen herkennen.
-
Georiënteerd op plaats: de persoon weet waar ze zijn, zoals het ziekenhuis, de kliniek of de stad.
-
Georiënteerd op tijd: de persoon kent de tijd van de dag, de datum, de dag van de week en het seizoen.
-
Georiënteerd op de situatie: ze kunnen uitleggen waarom ze met de dokter praten.
Soms kan een persoon een deel van deze informatie beantwoorden, maar niet alle. Ze kennen bijvoorbeeld hun naam en de datum, maar kunnen niet zeggen waar die zijn of waarom. In dat geval zou het worden genoteerd als x2.
In sommige omstandigheden vragen zorgverleners mogelijk alleen naar persoon, plaats en tijd. In die situatie is x3 het hoogst geteste oriëntatieniveau. Wanneer een arts vragen over de situatie opneemt, is het hoogste niveau dan x4.
Naast de waarde (dwz x3), moeten de aantekeningen van een zorgverlener ook de specifieke vragen en de gegeven antwoorden bevatten.
Ziekte van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer is een vorm van dementie die ervoor kan zorgen dat mensen gedesoriënteerd raken.
Oriëntatie kan op de volgende manieren worden beïnvloed:
-
Tijd: Het is niet ongebruikelijk dat mensen met dementie vooral in de war zijn over tijd. Ze denken misschien dat het vele jaren geleden is of dat ze veel jonger zijn dan ze zijn.
-
Plaats: Naarmate de ziekte van Alzheimer vordert, kunnen mensen ook in de war raken over waar ze zijn. Als ze bijvoorbeeld worden gevraagd naar de stad en de staat waarin ze wonen, kunnen ze antwoorden met de locatie waar ze zijn opgegroeid, in plaats van waar ze de afgelopen jaren hebben gewoond.
-
Situatie: Als iemand met de ziekte van Alzheimer gedesoriënteerd raakt in zijn situatie, kan hij ronddwalen en proberen te vertrekken. Dit gebeurt vanwege hun verwarring over wat ze doen en waarom. Iemand kan bijvoorbeeld denken dat hij naar zijn werk moet en dan verdwaalt op weg naar een baan waar hij jaren geleden mee is gestopt.
-
Persoon: in de late stadia van de ziekte van Alzheimer herinnert een persoon zich misschien zijn naam niet of herkent zichzelf niet in de spiegel.
Desoriëntatie kan veiligheidsrisico’s met zich meebrengen en kan leiden tot leed en angst. Het is dus belangrijk om mensen in de buurt te hebben die de toestand van de persoon begrijpen en die ze kunnen opvangen.
Andere soorten dementie
Interessant is dat niet alle vormen van dementie in dezelfde mate invloed hebben op de oriëntatie als de ziekte van Alzheimer.
Een studie uit 2012, gepubliceerd in het Journal of Alzheimer’s Disease, vond:
- De ziekte van Alzheimer verminderde consequent zowel de oriëntatie als het geheugen.
- Degenen met frontotemporale dementie (ook wel de ziekte van Pick genoemd) hadden vaak geen moeite met oriënteren, maar wel met hun geheugen.
In latere stadia van Lewy body dementie en vasculaire dementie komt desoriëntatie ook vaak voor.
Delirium
Oriëntatie kan ook worden beïnvloed door delirium, een plotselinge achteruitgang van iemands cognitieve vermogen. Delirium wordt vaak veroorzaakt door iets tijdelijks, zoals een reactie op een medicijn of een infectie.
Als de oriëntatie van een persoon snel wordt aangetast, kan dit een teken zijn dat ze een delirium ervaren. Als dit gebeurt, moeten ze meteen een arts raadplegen.
Overzicht
Artsen gebruiken oriëntatietests om iemands cognitieve vaardigheden te evalueren. Oriëntatie wordt gemeten in relatie tot persoon, plaats, tijd en situatie. Waarden variëren van x1 tot x4. Hoe hoger de score, hoe groter iemands bewustzijn.
Lage oriëntatiescores kunnen wijzen op een geheugenstoornis, zoals de ziekte van Alzheimer, dementie of delirium. Als u of een geliefde plotseling desoriëntatie ervaart, moet u onmiddellijk medische hulp inroepen.
Als u verwardheid ervaart of moeite heeft met het geheugen, is het belangrijk om uw arts te raadplegen. Veel dingen kunnen ervoor zorgen dat iemand desoriëntatie ervaart, waaronder stress, depressie, geheugenstoornissen, psychiatrische aandoeningen, medicijnen, verwondingen en gezondheidsproblemen.
Het is normaal dat u zich angstig of gefrustreerd voelt als u of een dierbare geheugenverlies of verwarring ervaart. Wees lief voor jezelf en je familie en wees altijd aardig en zachtaardig wanneer je iemand herinnert aan de datum, het seizoen, de locatie of het tijdstip van de dag.
Discussion about this post